Click to listen highlighted text!

Level 1

Welkom bij level 1!

Hier kun je de theorie van deze reis doornemen op jouw eigen tempo. Let ook op de icoontjes, als je op zoek bent naar een specifieke manier van leren!

Wat is belangrijk om te leren over de grote waterkringloop?

  1. Welke vormen van neerslag zijn er? 
  2. Wat gebeurt er als water opwarmt?
  3. Wat gebeurt er als lucht afkoelt? 
  4. Hoe ontstaat stijgingsregen?
  5. Wat is een kringloop?

 

Vormen van water en hun overgang. 

Water is in een vloeibare vorm. Bijvoorbeeld als zee, rivier, meer of in neerslag als regen!

Water kan van vloeibaar naar vaste vorm door erg af te koelen. Bijvoorbeeld als het vriest. Het water gaat stollen en wordt ijs. Neerslag zoals hagel en sneeuw horen bij de vaste vorm. 

IJs is een vaste vorm. Het kan van vast naar vloeibaar door op te warmen. Dan gaat het smelten en krijg je water!

Water kan ook van vloeibaar naar gas vorm door op te warmen. Dan verdampt het water en wordt er waterdamp gevormd.

Waterdamp is de gasvorm. Van gas naar vloeibaar gebeurt door het afkoelen van de waterdamp. Dit is condenseren.

Je kunt ook van vast naar gas en andersom. Je kunt dit op de afbeelding wel zien, maar het is voor nu niet belangrijk dat je weet hoe deze heten!

 

Bericht  1. Een deel van ons is alweer thuis gekomen.
‘We krijgen bericht van onze familie. Een deel van hen is al terug gekomen, terwijl de rest nog onderweg is. We hebben ons best gedaan, maar we konden ze niet vinden tijdens onze reis. We gaan het nog een keer proberen, tot we de hele reis kunnen maken.

Er zijn een aantal plekken waar veel waterdruppels bij elkaar zijn. Dit zijn met name de zee, rivieren en meren. Toch zijn er meer plekken waar waterdruppels aanwezig zijn, bijvoorbeeld in de wolken of in neerslag. Neerslag is er in verschillende vormen; regen, sneeuw en ijzel. Sneeuw en ijzel komen we later weer op terug. Regen is de warmste vorm van neerslag en valt in de vorm van waterdruppels uit de wolken. 

We beginnen bij de zee. Door de warmte van de zon wordt ook het zeewater warmer. Zeewater verdampt normaal ook, maar door de zon komt er nog meer waterdamp vrij. Waterdamp is niet langer vloeibaar, maar gasvormig. Het proces waarin water overgaat naar waterdamp noemen we verdamping. Dit gebeurt boven meren, rivieren en boven de zee. 

Warme lucht is  lichter dan koude lucht. Hierdoor stijgt warme lucht op. Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt! Lucht koelt dus af wanneer deze opstijgt.

Als waterdamp opstijgt dan koelt deze lucht langzaam af. Zo worden er wolken gevormd, namelijk waterdamp die afkoelt vormt kleine waterdruppeltjes dit noemen we condensatie.

Wolken zijn dus eigenlijk een verzameling van super kleine waterdruppels. Blijft de wolk stijgen dan gaat deze steeds verder afkoelen. Door het afkoelen worden de druppels steeds zwaarder. Als de druppels te zwaar worden voor de wolk; dan laat de wolk deze los en krijg je neerslag! Deze vorm van neerslag noem je stijgingsneerslag!

De hele cyclus waarin water van vorm veranderd (vloeibaar, gas, vast) noem je een waterkringloop. Er is een korte en een lange waterkringloop. De korte kringloop is het proces zoals hierboven is uitgelegd; zeewater verdampt, stijgt op en valt als neerslag weer in zee. Een deel van alle waterdruppels die de reis beginnen, komt dus vrij snel weer terug naar huis toe. 

 

Is alles helemaal gelukt? Kun je de volgende vragen in detail beantwoorden met de juiste begrippen?  

  1. Welke vormen van neerslag zijn er? 
  2. Wat gebeurt er als water opwarmt?
  3. Wat gebeurt er als lucht afkoelt? 
  4. Hoe ontstaat stijgingsregen?
  5. Wat is een kringloop?

Als je nog even wilt oefenen met de uitleg erbij ga dan naar Reis 1.
Wil je kijken of je het zonder hulp kunt? Ga dan naar Level 2

Reis 1  Level 2

Terug naar boven
Click to listen highlighted text!